Puzzelperikelen

‘Zullen we een hele grote puzzel maken, net als opa vorig jaar?’ Zo gezegd zo gedaan. Twee uur later staren we naar 1500 minuscule puzzelstukjes die ooit samen een mooi tafereel moeten vormen van twee blije dolfijnen die tegelijk uit een diepblauwe zee springen. En om het extra uitdagend te maken, is de lucht net zo diepblauw als de zee.

Belangrijk detail is dat je een plank nodig hebt waar de puzzel op past zodat je ‘m kunt verplaatsen. Want zo’n puzzel is dus niet in een middagje af. Trek er gerust een hele vakantie voor uit. En die plank kun je beter niet in de afmetingen van de puzzel laten zagen. Dan kunnen er geen stukjes meer omheen!

Inmiddels drie weken verder vind ik de dolfijnen een stuk minder leuk dan toen we de blije springers uitkozen in de winkel. Dolfijnen zijn namelijk grijs, diepgrijs met hele kleine spikkeltjes. Zoveel spikkeltjes dat je er geen touw aan vast kunt knopen welk stukje in het andere past. Eigenlijk lijken alle spikkelstukjes identiek.

Gelukkig krijgen we tips van willekeurige bezoekers: GEEN stukjes in de puzzel leggen. Dat is echt funest. De gouden tip bedenken we zelf: kijk anders. Niet naar de kleur maar naar de vorm. Niet naar de overeenkomsten maar naar de verschillen.

We worden steeds handiger én geduldiger. Hopelijk komt opa straks langs. Kan ie ‘m mooi afmaken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *