‘Oeh je jongste bijna het huis uit. Empty nest dus, wow, sterkte!’ Dat heb ik de afgelopen weken zo’n 100 keer gehoord. Ik werd er een beetje opstandig van. Empty nester, wat een irritant stempel dat je zomaar opgedrukt krijgt. En hoezo die focus op leegte. Deze term is vast bedacht door de aanhangers van het halflege glas. Terwijl ik van het halfvolle ben.
De inmiddels ingeburgerde typering is natuurlijk overgevlogen uit Amerika. Als je het letterlijk neemt suggereert ‘empty nest’ dat vogels dus helemaal van slag zouden zijn als hun jongen uitvliegen. Niets is minder waar. Die zijn hartstikke opgelucht als hun kroost eindelijk zelf eten regelt en vrolijk rondfladdert. Daar zouden wij misschien eens een voorbeeld aan moeten nemen.
Empty nest’ is in de volksmond tegenwoordig een metafoor voor een leeg leven. En leegte heeft doorgaans een verdrietige, negatieve connotatie. En juist in deze context waar je kinderen zo hebt opgevoed dat ze op eigen benen kunnen staan, is die negatieve bijklank natuurlijk je reinste onzin.
Behalve als je er zelf in meegaat. En dat doen dus, zo valt me op, de meeste bijna empty nesters. Die zien ertegen op. Terwijl ik er stiekem ook een beetje naar uitkeek. Vrijheid, ruimte, geen overvolle wasmanden, eindelijk een volle koelkast, volledig mijn eigen gang gaan, en vol goede moed de extra tijd zinvol invullen.
Ik wil heus wel toegeven dat een leeg huis even wennen is. Maar deze ‘uittocht’ is natuurlijk ook vrij geleidelijk verlopen. En dus heb ik elke keer als een van mijn dochters vertrok juist bedacht hoe intens gelukkig ik zelf was om ‘in de grote stad’ te gaan wonen, helemaal alleen. Die gedachte alleen al geeft zoveel energie dat er voor leegte even geen ruimte is. Sterker, het geeft juist een voldaan gevoel. Dat ze het zelf gaan maken. En elke keer als ze dan even thuis komen, geniet ik meteen van een full house! Dat is het voordeel van een leeg huis, voor je het weet, is het weer gevuld met vrienden of met even langsvliegende kinderen.
Dus laten we dat empty nest-gevoel even anders ‘framen’. Als iemand binnenkort vertelt dat de jongste het huis uit gaat, zeg dan gewoon: ‘wat heerlijk voor je! Geniet van deze nieuwe dimensie en van alle nieuwe mogelijkheden’. En zie elke nieuwe vestigingsplaats als een extra uitvalsbasis. Naast twee locaties in Amsterdam, kan ik nu ook een tussenstop maken in Scheveningen. Eens kijken of Den Haag nog wat inspiratie brengt. Ik denk het wel.