Een lichtjaar erbij

Op de verjaardag van mijn broer bel ik mijn moeder om haar te feliciteren met 50 jaar moederschap. Ik hoor dat ze haar wenkbrauwen fronst als ze zegt: ‘hoe kom je daar nou bij, Maarten is uit ’68 dus die wordt pas 50 in 2018’.

En dan valt het kwartje bij mij. Ik ben natuurlijk pas 45. En dat terwijl ik al een jaar denk dat  ik 46 ben. Heb dus ineens een jaar over. Daar kan geen jackpot tegenop. Een jaar extra.

En dat omdat ik ergens afgelopen jaar, onbewust een jaartje erbij heb gerekend. Het is eigenlijk net als je klok en wekker vooruitzetten zodat je stiekem langer kunt blijven liggen. Doe ik al sinds mijn negende. Tot grote irritatie van mijn huisgenoten, die steevast te vroeg opstonden hierdoor.

Maar een jaar extra. Wat een heerlijke meevaller. Ik kan me geen beter verjaardagscadeau wensen! 365 dagen om nog meer leuke dingen te doen en zoveel mogelijk te vieren.

Lekker trouwens dat de klok dit weekend ook nog vooruit gaat. Kost een uur maar geeft veel licht. En wat is nou 1 uur op 365 dagen!

Mijn stem telt! Maar wie telt er eigenlijk?

Best een interessante vraag zo op de verkiezingsdag . Vanochtend stiefel ik weer naar de dorpsschool, gewapend met stempas en paspoort. Een handjevol vriendelijke vrijwilligers heet me welkom. Ze zitten aan een stoffige tafel en eten chocoladekoeken. Zij zijn verantwoordelijk voor de stemming in deze buurt.

Met een serieuze toon verzoeken ze me vriendelijk doch dwingend om mijn paspoort te mogen inzien. Ik weet dat ik er echt super betrouwbaar uitzie en dat ik juist daarom altijd en overal gecontroleerd word. Ik ben zeg maar iemand met wie ze graag een statement maken. Als ik gecontroleerd word, moet iedereen op zijn hoede zijn. En iedereen met malafide bedoelingen kan dus maar beter rechtsomkeert maken.

Na de controle hebben ze kort overleg en besluiten ze unaniem dat ik gewoon mag stemmen. Ik begeef me in het hokje en laat mijn dochter een willekeurig vakje van een specifieke kolom roodkleuren. Ze kiest iemand met dezelfde voorletters. Logisch!

En dan komt de hamvraag. Middenin het stemlokaal vraagt ze: ‘gaan jullie de stemmen tellen?’ De neutrale blikken worden wakker! Ze vegen de kruimels van tafel! ‘Jazeker, wij gaan straks tellen.’

Lekker dan. Niet dat ik zou willen tellen hoor! Nee dat is echt het laatste waar je mij voor moet vragen. Ik ben van de letters en niet van de cijfers!

Op naar de uitslag!

Kappersperikelen

Mijn meest relaxte uitje is steevast ‘de kapper’. Mijn kapper kent mij al 26 jaar. Dat is best heel lang. En Brenda en Hendrik – zo heten ze bij de kapper- weten inmiddels alles van mij. Mijn eerste gala, mijn serieuze en minder serieuze relaties, al mijn vakanties, mijn schaafwond toen ik na een feestje van de fiets was gevallen, wie mijn vriendinnen zijn en inmiddels kennen ze zelfs mijn gezin.

Gelukkig heeft elke kapper dezelfde gouden regel: ‘what you tell the kapper, stays at the kapper!’

Logisch dat je van alles opbiecht als je jezelf twee uur lang aankijkt. In een te grote, lichte spiegel. Met eerst een handdoek op je hoofd en spelden die je natte haren nog platter op je hoofd plakken. En als je ooit dacht dat je er best OK uitziet, dan weet je op het kappersmoment dat dat echt lariekoek is. En dat je gewoon oud bent, met rimpels!

Gelukkig snapt mijn kapper echt alles. Ze bevestigt mijn knelpunten, draagt oplossingen aan en ze geeft me zelfs het gevoel dat ik heel goed bezig ben. En  terwijl ze relaxed knipt en kletst, begint ze uiteindelijk met de opknapbeurt: het föhnen.

Wat een topformule. Kappers zijn eigenlijk coach en schoonheidsspecialist in één. En ze hebben overal een gefundeerde mening over! Heerlijk. Megahappy verlaat ik de zaak. En ik beloof om echt wat vaker te komen.

IJsmeisje 2

Het ijs is weg. Het IJSmeisje kan los. Ik ga dit weekend springen. Niet van de hoge, maar wel in het diepe. En ik denk dat de kou warmte brengt. Dat het ijs smelt en het vuur aanwakkert.

Een vraag die ik Wim Hof nog even wil stellen is: kan ik na de ijsduik dan wel een warme douche nemen? Of moet ik daarna op blote voeten door de kou naar huis lopen? En mag ik die dag wel thee drinken of is ijsthee beter? En misschien een ijskoud Jagermeistertje als aperitief. Of draaf ik nu door?

Ik doe zaterdag dus geen schaatsen aan maar een bikini. En ik denk dat ik een badmuts opzet. Natte haren voegen niets toe aan de koudetherapie, lijkt me.

En als het bevalt dan ga ik drie keer per week. Neem ik gewoon een abonnementje in het zwemparadIJS Gooimeer. En als meer mensen dat doen dan kan het nog best gezellig worden. En een ding is zeker: het ijs is zo gebroken.

Wie regelt trouwens de koek en zopie? Koude chocomel met ijsschotsjes.

De hoge duikplank

Het zwembad in Made (ja dat bestaat echt) heette de Randoet. Vanaf mijn 9e mocht ik daar gewoon heen met vriendinnetjes. Op de fiets, gewapend met wat kwartjes voor een waterijsje, maar waar we natuurlijk schuimblokken en fruitlollies van kochten. Te lekker. En omdat mijn vader dorpstandarts was, hadden we thuis natuurlijk nooit snoep. Dus ging ik maar wat graag naar de Randoet.

Het enige jammere was dat de duikplanken  beheerst werden door Bennie en zijn vrienden. Bennie woonde vlakbij het zwembad en behalve dat ie ietwat dikkig was, was ie diep, diep bruin gebrand door de zon. Bovendien kon hij echt de allermooiste duiken en capriolen maken van de hoge. Iedereen keek vol ontzag als hij sprong. Maar de meeste kinderen waren ook een beetje bang voor hem. Hij bepaalde namelijk wie er wel en wie niet op de duikplank mocht. En als je dan eenmaal mocht maar je durfde niet. Dan liep Bennie zo de plank op en duwde de treuzelaar van de hoge. Doodeng.

Maar de wil was sterker dan de angst. Dus wachtten we strategisch tot Bennie en consorte even snoep gingen kopen. Hup snel naar boven en daar stonden we dan. En net toen we aan de beurt waren, hoorden we wat geruzie. Bennie was teruggekomen. Hij klom omhoog, en iedereen op de trap ging opzij. Zo ging dat in de Randoet. We konden geen kant meer op.

“Hee’, riep een vriendelijke stem. ‘Vinden jullie het eng? Ik doe het wel even voor. Kun je zien dat het echt makkelijk is”.

En daar sprong Bennie, zo met een dubbele salto in het diepe.

IJsmeisje

Wat een kou, afgelopen week. Dat zijn we natuurlijk niet meer gewend. Maar wel mooi om te zien hoe alle schaatsfanaten zich dan toch op glad en dun ijs begeven. Gewoon omdat dat ingebakken zit in onze genen. Nu las ik afgelopen Week ‘Koud Kunstje’ van Wim Hof, ofwel the Iceman.

En ik ben meer dan geïnspireerd. Kou op je lijf remt ontstekingen en voorkomt ziektes. Het enige wat je nodig hebt is een beetje lef en doorzettingsvermogen. En niet te vergeten: een goede ademhaling. Dat is de basis voor het slagen van de therapie. En die ademhaling lukt me aardig sinds ik de tegenhanger van de koudetherapie, hot yoga beoefen.

Nu moet ik dit alleen nog toepassen in de praktijk. Ik douche al jaren koud na. Alleen doe ik dat maar ‘heel even’ voor het schrikeffect waar je ook gekookte eitjes mee afkoelt. Volgens Hof moet dat veel langer. Ik sta dus sinds een week 3 minuten onder de ijskoude douche. En de kunst is dan om gewoon relaxed door te ademen en langzaamaan te genieten van het ijskoude water op mijn huid.

Stap twee is de ijsduik. Daar ben ik nu bij aanbeland. Ik ben best blij dat het ijs deze week nog wat te dik is. Maar als het dunner wordt, ga ik graag de ijskoude uitdaging aan. IJsmeisje word ik dan. Dat is zeg maar de IJsmeester voor de ijszwemmers.  Ik ga zorgvuldig meten of het ijs wel dun genoeg is en of het water op temperatuur is voor mijn (ijs) sprong in het koude.

En als er iemand mee wil dan hoor ik het graag. Want ijszwemmen doe je niet alleen. Dat doe je samen! Dat is een stuk warmer.

Loedermoeders

Gisteren een hot item op het nieuws: de opmars van loedermoeders. Dat zijn moeders die openlijk toegeven dat ze het slecht voor elkaar hebben. Die foto’s op Facebook posten van overvolle wasmanden en vieze snotkinderen.

Dat wil toch niemand. We willen toch ook geen Doutzen met pukkels. Of een familiefilm die slecht afloopt. Een beetje loedermoeder of Ma Flodder is natuurlijk best ok! Ik ben zelf zo’n moeder die 48 uur in 1 dag stopt en er ook nog probeert leuk uit te zien. Maar of dat lukt? Nee natuurlijk niet! Maar ik doe in elk geval mijn best.

En ik probeer mijn kinderen altijd gezond te laten eten. Maar soms doe ik ook gewoon een pizza in de oven. Dat ga ik alleen niet op Facebook of Instagram zetten. Ik kijk wel uit.

Misschien moeten de loedermoeders een partij oprichten. Kunnen ze mooi meedoen in maart. En ik heb een leuke huiselijke quote voor alle loederleden: ‘Excuse the mess, we live here.’

Puzzelperikelen

‘Zullen we een hele grote puzzel maken, net als opa vorig jaar?’ Zo gezegd zo gedaan. Twee uur later staren we naar 1500 minuscule puzzelstukjes die ooit samen een mooi tafereel moeten vormen van twee blije dolfijnen die tegelijk uit een diepblauwe zee springen. En om het extra uitdagend te maken, is de lucht net zo diepblauw als de zee.

Belangrijk detail is dat je een plank nodig hebt waar de puzzel op past zodat je ‘m kunt verplaatsen. Want zo’n puzzel is dus niet in een middagje af. Trek er gerust een hele vakantie voor uit. En die plank kun je beter niet in de afmetingen van de puzzel laten zagen. Dan kunnen er geen stukjes meer omheen!

Inmiddels drie weken verder vind ik de dolfijnen een stuk minder leuk dan toen we de blije springers uitkozen in de winkel. Dolfijnen zijn namelijk grijs, diepgrijs met hele kleine spikkeltjes. Zoveel spikkeltjes dat je er geen touw aan vast kunt knopen welk stukje in het andere past. Eigenlijk lijken alle spikkelstukjes identiek.

Gelukkig krijgen we tips van willekeurige bezoekers: GEEN stukjes in de puzzel leggen. Dat is echt funest. De gouden tip bedenken we zelf: kijk anders. Niet naar de kleur maar naar de vorm. Niet naar de overeenkomsten maar naar de verschillen.

We worden steeds handiger én geduldiger. Hopelijk komt opa straks langs. Kan ie ‘m mooi afmaken.

Geen voornemens

“Ik heb helemaal geen voornemens” zegt mijn 15-jarige dochter. Traditiegetrouw zitten we aan het oudejaarsdiner en delen we een voor een onze voornemens. Maar ze heeft er geen. “Te druk” benadrukt ze.

Iedereen kijkt haar verbaasd aan. Ik ook. Ik zit boordevol voornemens. Niets meer kwijtraken, geen gehaast, mijn blog dagelijks vullen én misschien beter luisteren.

Mijn broer vertelt trots dat ie zijn bedrijf gaat verkopen. Mijn schoonmoeder en zus willen allebei vijf kilo afvallen. En opa wil nog een keer clubkampioen worden.

Dan ben ik aan de beurt. “Ik blijf gewoon doen wat ik wil. En als iemand het er niet mee eens is, dan hoor ik dat graag. Ik weet alleen niet of ik er ook naar luister”.

Knalhard

Vanavond knallen we weer een paar miljoen de lucht in. Verhogen we de CO2-uitstoot en smelten we het poolijs met een paar millimeter. Lekker knallen. Gewoon omdat het kan.

Knallen is ook explosief hard je best doen om iets te bereiken. En al schrijvende merk ik dat alle termen die hier iets mee te maken hebben te veel aan oorlog doen denken. Wat moeten mensen die voor de oorlog zijn gevlucht vanavond denken? Als wij juichend en feestend de vuurwerkknallen begroeten!

Ik hou het bij de champagnekurk knal! En hoop dat ze stil en milieuvriendelijk vuurwerk maken. Volgend jaar!