‘Heeft u die pacemaker nou al?’ gilt de baliedame van de cardiopoli naar een ogenschijnlijk dove mevrouw. Althans, dat denk ik. Anders schreeuw je dat toch niet door de wachtkamer. Maar ze is helemaal niet doof. Hooguit wat beduusd. En dat begrijp ik wel als je voor het eerst een pacemaker krijgt. Maar in het ziekenhuis is nu eenmaal niets geheim. Je hebt tenslotte allemaal iets.
De dame die zojuist gilde, is nog niet klaar. ‘Ja schat als je niet een beetje alert bent, is je beurt voorbij. Moet je gewoon weer zes weken op je pacemaker wachten.’ Gelukkig mag ze toch vandaag nog. Ik wilde er net wat van gaan zeggen!
Maar verder doen de academische ziekenhuizen echt hun best om er voor iedereen een ‘leuk uitje’ van te maken. Je kunt namelijk op elke verdieping saucijzenbroodjes halen en appeltaart met slagroom. Zoveel je maar wilt. Dat is goed voor hart- en bloedvaten, neem ik aan. Anders verkopen ze dat toch niet, pal naast de cardiopoli. Gelukkig ben ik alleen maar mee en vraag ik me vooral af of het nu effectieve marketing is of laksheid.