Een maand of twee geleden alweer. Ik denk dat ik het heb verdrongen. Ik zou kaartjes voor Jochem Myjer regelen. Voor de hele buurt. Dat had ik tijdens het straatfeest plechtig beloofd aan alle kinderen. Geen moeilijke opgave, zo leek me.
De verkoop startte stipt om negen uur zaterdagochtend. En ik zat stipt om zeven uur met zes laptops, vier mobiele telefoons en twee iPads klaar om toe te slaan.
Misschien wat veel en wat vroeg maar ‘je weet het nooit’, dacht ik nog. Ze zetten die deur toch vast wel op een kiertje. Net als vroeger dat je dan voor zonsopgang in je slaapzak in de rij lag en de theatermensen om de hoek kwamen kijken of het al druk genoeg was. Zo ja, dan begonnen ze gewoon wat eerder met de verkoop. De rij moest toch worden afgewerkt en op, was op.
Maar nu heb je geen idee waar je staat in de rij. Ja, op je scherm staat dan dat je nummer 12.000 bent. Dat kan natuurlijk niet als ik al vanaf zeven uur nadrukkelijk rondzweef in de ether om deze felbegeerde kaartjes te bemachtigen. Ik eis meer helderheid in de online rijen.
‘Als je iets graag wilt, sta je vroeg op’, zo ben ik het gewend en dat wil ik graag zo houden. Ik begin toch te twijfelen. Zou 7.00 uur gewoon te laat zijn. Had ik om 4.00 uur ’s ochtends al online moeten oppoppen? Had ik toch een premium account moeten nemen? Of had ik Jochem misschien vaker moeten retweeten? Of had ik gewoon tien lovende columns over ‘m moeten schrijven? Ik heb geen idee. Bij Adele, Marco Borsato en Youp ging het trouwens precies hetzelfde.
Anyway: Jochem, doe nog wat extra voorstellingen. En als het nodig is, ga ik wel weer in de slaapzak voor de deur liggen. Voor zijn huisdeur dan!