Daar staan we dan om 9.00 uur ’s ochtends in de stromende regen met onze kersverse puppy’s. Ietwat onwennig schudden we elkaar de hand en vertellen we hoeveel weken ze zijn en welk merk. Dat schijnt belangrijk te zijn.
Wat me opvalt is dat alle puppy’s op hun baasje lijken. Het kokette dametje op laarsjes heeft een wit keurig gekortwiekt hondje. De meneer met de pluizige bos haar heeft een onbekend merk pluishond lookalike. En de grote ietwat slungelige man staat wat onhandig naast zijn BernerSenner. Dan hebben we nog de familie Flodder met mega-flodderige labradoedel. Ten slotte de blonde dame op haar witte Uggs met een witte Golden Retriever. Hilarisch. En ik, ik heb de kleinste pup van allemaal. Een bruinwit jacht-achtig hondje met veel te veel energie.
Zo baasje zo hond dus.
Dan het belangrijkste ingrediënt van de training: de puppy juf. Een pittige doorgewinterde dame van een jaar of 60. In de wandelgangen ook wel ‘De Bouvier’ genoemd. Ze had zelf ooit 11 strak opgevoede bouviers . Zij weet dus echt hoe je honden temt. Klare taal en consequent zijn, dat is de kunst. Dat vindt juf zelf prettig en alle honden trouwens ook. ‘Honden opvoeden gaat niet vanzelf’, verzekert ze ons!
Met haar stalen blik, bulderende stem en ferme gebaren, maant ze alle honden en baasjes tot stilte. Als je duidelijk bent, dan hebben ze respect voor je. Net als kinderen. Ik voel me net een puber die hoopt dat ze geen beurt krijgt in de klas. ‘Lies’ buldert de juf. ‘Niet kletsen.’
Poeh hee. Waar ik hoopte dat ik na les twee met een gehoorzame hond naar huis zou gaan, weet ik dat dit een hele kluif wordt. En een laatste tip van juf: ‘eerst honden opvoeden, dan kinderen’. Als ik dat geweten had…