Auteursarchief: TrueLies

Vlochter

Dat is het nieuwe woord in de Dikke van Dale 2017. En wat het betekent? Nou dat is een dochter die de hele dag door loopt te vloggen. Ik kan echt geen stap meer zetten of ik word gevlogd. Mijn spellingchecker maakt er nog steevast gevolgd van maar ik bedoel echt gevlogd!

Ik maak me tegenwoordig dus op, voordat ik opsta. Nooit eerder gedaan maar ik kan totaal niet inschatten hoe populair die vlogs van mijn dochter worden. Of wie ze allemaal ziet. Straks ga ik als Ma Flodder de ether in!

En nee, ik ga niet vloggen hoor. Ik blijf lekker ouderwets bloggen. Moet je er zelf de plaatjes bij bedenken!

Pellè en Pelé

Comment tu t’apPELLEs? Je m’apPELLE Pellè. Ja ik heb Frans gestudeerd. En een paar zinnetjes blijven dan hangen. Ineens begrijp ik waarom dit de eerste zin is die je leert!

Pellè scoort altijd, liefst in de laatste minuut. Net weer! Italië door. Pellè, Pelé, het zit ‘m in de naam. Slechts een klein accent onderscheidt deze twee toppers van elkaar. Scoren en ‘held van het veld’ zijn. Voor altijd.

Je m’apelle TrueLies. Heb je niks aan. Je maakt pas naam als je scoort. Liefst met je voet. Maar als niemand het ziet, mag het ook met een arm of een hand of misschien wel met een pen zijn. Blijven schrijven dus!

Ik had mijn zoon trouwens zeker Pellè of Pelé genoemd. Maar ja, ik kreeg drie dochters.

Theorie van het koekje

Daar zit ik dan met mijn opgeleukte cv te wachten op de recruiter die op zoek is naar een goede match. Ben benieuwd of een wordcloud en een pasfoto echt het verschil maken. Maar ja, als multimedia specialist is het ook een beetje suf om vast te houden aan een ouderwets cv. Bovendien wil ik graag dat ze mijn levensloop ( Nederlands voor cv) toch minimaal interessant vinden. En zonder foto ben je dan nergens.

Wel gek. Ik heb altijd geleerd dat het om het koekje gaat en niet om het trommeltje. Trommeltjes zijn sowieso ouderwets. Dus kun je het koekje maar beter zo lekker en mooi mogelijk maken.

Waar een wil is, is een weg

Dat leerde ik op mijn 14e toen ik Jonathan Livingstone Seagull las van Richard Bach. Ik kreeg het kleine, blauwe boekje zomaar cadeau van mijn peetante. Het sprak me enorm aan: Als je iets wil dan moet je er alles aan doen om dat te bereiken. Eigenlijk heel logisch en gemakkelijk.

En als er dan toch ineens een weg doodloopt, moet je vooral niet teruglopen, maar gewoon over het hekje klimmen. Zeg maar buiten de gebaande paden gaan.

Op mijn vijftiende hield ik mijn boekbespreking over deze kleine dappere zeemeeuw die zichzelf keer op keer uitdaagt. En die val na val, de moed weer opbrengt om toch nog een poging te wagen om zijn snelheidsrecord te verbreken. Terwijl iedereen, maar dan ook iedereen om hem heen, hem voor gek verklaart. En zegt: ‘doe nou eens relaxed joh’.

Nog steeds geef ik het boekje cadeau aan bijzondere mensen.

En dan zie ik ineens een berichtje in de groepsapp van de klas van mijn jongste dochter:
‘Tijdens de avondvierdaagse is er veelvuldig buiten de gebaande paden gelopen door deze klas. Ouders pas op uw kinderen’.  ‘Mooi’ denk ik. ‘Die kinderen komen er wel. Want de gebaande Gooische paden zijn niet de beste wegen om streetwise te worden’. Dat geldt trouwens ook voor volwassenen!

Medisch verantwoord?

‘Heeft u die pacemaker nou al?’ gilt de baliedame van de cardiopoli naar een ogenschijnlijk dove mevrouw. Althans, dat denk ik. Anders schreeuw je dat toch niet door de wachtkamer. Maar ze is helemaal niet doof. Hooguit wat beduusd. En dat begrijp ik wel als je voor het eerst een pacemaker krijgt. Maar in het ziekenhuis is nu eenmaal niets geheim. Je hebt tenslotte allemaal iets.

De dame die zojuist gilde, is nog niet klaar. ‘Ja schat als je niet een beetje alert bent, is je beurt voorbij. Moet je gewoon weer zes weken op je pacemaker wachten.’ Gelukkig mag ze toch vandaag nog. Ik wilde er net wat van gaan zeggen!

Maar verder doen de academische ziekenhuizen echt hun best om er voor iedereen een ‘leuk uitje’ van te maken.  Je kunt namelijk op elke verdieping saucijzenbroodjes halen en appeltaart met slagroom. Zoveel je maar wilt. Dat is goed voor hart- en bloedvaten, neem ik aan. Anders verkopen ze dat toch niet, pal naast de cardiopoli. Gelukkig ben ik alleen maar mee en vraag ik me vooral af of het nu effectieve marketing is of laksheid.

Lumineuze of loze vondst?

Zo handig de muntjes bij Albert Heijn die je als vijftig eurocent in een karretje kunt stoppen. Ik heb namelijk zelden kleingeld bij me.

Maar waarom zijn die muntjes er ook weer? Die zijn bedacht omdat heel veel mensen hun karretjes niet terugbrachten en gewoon bij hun huis of auto lieten staan.

Best een slimme vondst dus! Alleen even alle karretjes ombouwen met muntslotjes zodat iedereen ze voortaan keurig terugbrengt. Anders ben je een dief van je eigen portemonnee. En dat willen we niet.

Maar de muntjes gaven problemen. Caissières werden gek van het gewissel en klanten raakten geïrriteerd. Gelukkig kwam iemand op het lumineuze idee van de nepmuntjes die je onbeperkt kunt verkrijgen bij de klantenservice. Kunnen we de karretjes weer lekker buiten laten staan!

En wat te doen met al die nepmuntjes? Recyclen natuurlijk. Dat kan binnenkort via een groot nepspaarvarken, naast de glasbak!

Zuivere melancholie

Dat songfestival kan me gestolen worden. Wat een poeha, opsmuk en heel veel valse noten. En als ik zelfs vind dat iets vals klinkt, dan is het echt zo. Ik zing namelijk ‘Zuiver Vals’ zoals een aardig vriendinnetje dat altijd noemt. Dat betekent dat je nooit, maar dan ook nooit een noot goed zingt. En zoals ze zei: ‘dat is best knap. Zeker als je dat ook doet bij meezingers’. Nou ja, duidelijk: ik doe dus nooit mee aan het Songfestival en kijk er eigenlijk ook liever niet naar.

Totdat een vriendinnetje me gisteren de spontane standup song van Amir en een klein beetje Douwe Bob liet zien. Backstage in de coulissen van het Songfestival! Dat is dus het podium voor de enige echte sterren van het festival. Wow wat een heerlijke uitvoering van ‘Une Belle Histoire’ van Michel Fugain. Muzikaal vast niet hoogdravend maar ik kreeg in elk geval weer eens tranen in mijn ogen. En dat gebeurt me niet vaak!

‘Pure Melancolie’, zeggen de Fransen! En dan met een glimlach.

Wel even kijken natuurlijk!

Ei van Columbus

‘U komt voor een fiets’, vraagt de vriendelijke fietsmeneer op Vlieland. ‘Ja graag. Wilt u mijn naam en adres weten’? ‘Nee hoor dat is niet nodig’. ‘Mijn rijbewijs achterlaten dan?’ ( ja ik ben al achttien). De man lacht: ‘Neem ‘m maar gewoon mee. We zien wel wanneer ie terugkomt’. ‘En kan ik dan ook mijn rugzak hier even een uurtje stallen. Haal ik ‘m straks op’. Tuurlijk kan dat!

Vol verbazing fiets ik even later door de duinen naar ons huisje. Als dit geen vakantie is dan weet ik het niet meer. Een eiland vol vertrouwen! Zou dat nou puur en alleen komen omdat je niet zomaar van het eiland af kan. En dat die gedachte alleen al het beste in mensen boven brengt? Want als dat zo is, moeten we dan niet wat meer eilanden creëren?

Hup zee tussen de steden en de landen. Maar dan wel allemaal kleine eilandjes waar iedereen elkaar kent. Een soort waddenwereld zeg maar.

Ben alleen bang dat dit geen ei(land) van Columbus is!

Verboden vrucht

Het kan aan mij liggen maar alles wat verboden is, is toch juist het allerleukst om te doen. Dat was vroeger zo, dat is nu zo en dat zal ongetwijfeld altijd zo blijven.

Toen ik 14 was, rookte iedereen die dat niet mocht. En andersom. Onderweg naar school, om kwart voor acht, staken mijn fietsvriendinnetjes hun eerste sigaret op, kuchend en steunend. Ik weet zeker dat ze het niet lekker vonden. Maar het voelde gewoon lekker omdat het verboden was.

En dat brengt me bij het grote alcoholverbod. Welke heilige boon gelooft dat dit kinderen zal weerhouden om aan deze verboden vrucht te proeven. Niet dat ik het toejuich dat ze al van jongs af aan drinken, integendeel. Ik vind het alleen ongelofelijk naïef om nu net te doen of kinderen braver zijn dan vroeger.

Ik vraag me trouwens weleens af hoe ontzettend intelligent we geweest waren als we allemaal nooit hadden gedronken. Misschien is het maar goed dat er toen nog geen verbod was. Want te slim, daar wordt toch niemand vrolijk van.

Prins Prince

‘Prince is dood’, hoor ik mijn moeder gisteravond aan de andere kant van de lijn zeggen. Mijn kinderen horen het ook. Mijn moeder heeft namelijk een vrij lage, luide whiskystem die door alle gangbare barrières heengaat.

Mijn dochters kijken verschrikt op. ‘Prins Willem Alexander? Nee, niet net voor Koningsdag toch. En wat zielig voor Maxima en de prinsesjes’.

‘Nee prins Willem is koning jongens’! Opgelucht zakken ze terug in de bank.

De echte Prins is dood. Prins Prince.