Stilte voor de storm

Nog een baaitje dan, zeggen we voordat we aan de laatste zeiltocht naar de thuishaven beginnen. Een week lang hebben we ons gewaand in het Kroatische kust paradijs. In de tien-boot- sterke Flottielje noemen ze ons de Gooische Vloot. Ik vind dat best gek omdat we ons allesbehalve Goois voelen en gedragen. Maar oké, wij hebben de andere boten en bemanning natuurlijk ook bijnamen gegeven. Alle namen onthouden, is niet te doen. De kopboot hebben we omgedoopt tot de hotelgasten en Tukse Tieners. En onze flottieljeleiders noemen we ‘De studenten’. Dat zijn het ook. Heel aardig en gezellig alleen af en toe een tikje overmoedig. Ze bedenken de leukste dingen en vergeten dan even dat we hier op de Adriatische zee varen waar de Bora nog altijd de scepter zwaait. Deze gevaarlijke wind kan uit het niets opsteken en waait dan uit alle denkbare windrichtingen met een kracht van zo’n 75 knopen. Daar mag je laatdunkend over doen maar Bora wint altijd. 

Ook al kunnen we ons, na zes dagen genieten van de prachtigste baaitjes en slapen onder de helderste sterrenhemels, niet voorstellen dat Bora ons adembenemende, pittoreske tafereel zomaar komt verstoren. De twee Kroatische schippers kijken bedenkelijk. Vandaag zou het weer weleens kunnen omslaan. Hoelaat precies en in welke mate, kunnen ze niet zeggen. De zeilersapps weten het ook niet. We nemen het zekere voor het onzekere en varen op volle kracht naar de thuishaven. 

Daar ankeren we in het allerlaatste baaitje en nemen we nog een allerlaatste duik om de week echt af te sluiten. Veilig in de haven begeven we ons voor de laatste keer deze vakantie naar een Kroatisch restaurant aan de haven.  We kijken uit over het spiegelgladde water. De schippers halen hun schouders op. ‘Sometimes it comes, sometimes not’. We toasten op de heerlijke week. Knalbruin, haren zongebleekt, een paar blauwe plekken rijker, misschien een beetje moe, maar o zo voldaan. Dit is een topvakantie.

Het begint zachtjes te regenen. Een klein briesje brengt wat verkoeling. Wij zitten lekker onder de overkapping. Buiten maar toch droog. 

En dan maken we kennis met Bora. De kabbelende golfjes worden in een mum van tijd inktzwarte kolkende watermassa’s die tegen de boulevard beuken. De regen jakkert horizontaal voor ons langs en door ons heen. Er slaan golven over de betonnen kades. Binnen enkele seconden staat het water tot onze enkels en na een paar minuten staan we op onze stoelen. Het water stijgt tot kniehoogte. Een veerboot die al vertrokken was, probeert vergeefs aan te meren. We kijken elkaar met grote ogen aan. Dit is Bora pur sang. Oersterk en meedogenloos. We worden er stil van. En tegelijk realiseren we ons dat we geluk hebben. Want vaarbewijs of niet. Als Bora komt,  wil niemand op het water zijn. En zeker niet in een kringetje liggen. 

Dank Bora voor de levensles. We weten weer waar we staan. En de natuur heeft altijd het laatste woord.

Drie keer scheepsrecht?

‘Zo, ik ga even dat vaarbewijs inkoppen’, roep ik woensdagochtend aan de ontwakende ontbijttafel. Niemand reageert. Logisch. Het is eigenlijk ook gewoon een mededeling. En mijn dochters weten prima dat ze daar om acht uur ’s morgens beter niet tegenin kunnen gaan. Die wachten gewoon even op de uitslag. En terecht, zo blijkt. 

Ik ben knalhard voor de tweede keer gezakt voor mijn vaarbewijs 1 examen. Wat een blamage. En ik wist zeker dat ik dit varkentje wel eventjes zou wassen. Als ervaren zeiler en schipper zal ik de regels toch wel kennen. Nou en of. Alleen gaat zo’n vaarbewijs net even iets verder dan de voorrangsregels. Ik wist inderdaad niet dat de peller het belangrijkste onderdeel is van de motor. En dat een driedubbele duwboten-sleep die niet in kiellinie varen drie witte lichten hebben. En zo kan ik nog wel even doorgaan. 

Ik twijfel of ik de uitslag eigenlijk wel ga delen in de gezinsapp. Het zou zo maar eens tegen me gebruikt kunnen worden. Maar ik doe het toch. Gelukkig vinden ze het net zo erg als ik. of zou dat zo zijn omdat onze zeilvakantie in Kroatië langzaamaan in het geding komt.

Wat de positieve boodschap is aan dit verhaal? Niets, helemaal niets. Behalve dat drie keer scheepsrecht hier misschien wel opgaat en ik de volgende keer niet weer 1 punt tekort kom. En als ik het dan eindelijk haal, ken ik het ook echt van binnen en van buiten:-)

Tikkie terug

Tikkie is toch echt de beste uitvinding sinds tijden. Nooit meer gezeur om die paar euro die je nog terugkrijgt. Of gedoe om een gemeenschappelijk cadeau omdat je weer drie maanden bezig bent met het innen van alle bijdragen. Alle ellende van geld terugvragen en voorschieten is voorgoed verleden tijd. Hup tikkie eruit en klaar!

En zo denken mijn dochters er ook over. Voor elk ijsje, elke bieb-boete of kermisbezoek krijg ik een tikkie. En natuurlijk hebben ze alledrie hele vette tikkie-bedankgifjes gemaakt, waardoor ik elk tikkie afrond met een glimlach.

Tot vorige week. Manou stuurt een tikkie van €37,50 voor ‘eten vrijdagavond’. Tijd om verhaal te halen. ‘Tsja, ik hoef toch geen eten te kopen van mijn zakgeld? Dat hoort bij de zorg van ouders. Dus zijn we gaan eten in een leuk restaurant en heb ik een drie gangen menu met een grand dessert genomen’, zegt ze stralend. ‘En het was heerlijk’.

Tijd voor een tikkie terug. Ik stuur er maar meteen drie. € 100, was opvouwen, €60 euro haal- en brengkosten en € 75 verloren fietssleutels. en natuurlijk die € 37,50 die ik al had betaald. Dat tikkie terug geldt vanaf nu trouwens ook voor pizza bestellen als je aan het oppassen bent. 

Ik ga maar eens een leuk tikkie-bedankgifje maken. Dan lijkt het minder. 

IJSbiza

Deze paradox typeert de eerste helft van onze Ibiza-vakantie. Met het uitzicht over de zee waar de golven kolkend tegen de rotsen uiteenspatten, wanen we ons aan de Bretonse ‘côte sauvage’ in de winter . We houden heus van de kou maar niet als we voor de zon komen.

Uren staren we naar de weerapp die voorspelt dat het nu en straks gewoon koud en nat blijft. Zo laten we ons drie dagen lang leiden door de talloze apps en buienradars. We proberen ze te negeren maar het lukt niet. Noodgedwongen weten we van uur tot uur waar de zon schijnt en vooral: waar niet. 

Koortsachtig zoeken we verder naar een andere app die misschien wel begrijpt dat je in Ibiza niet zit te wachten op wolken. Eindelijk vinden we er een. Gerustgesteld zakken we terug in de bank. Deze onbekende Spaanse buienradar laat louter zonnetjes zien. En als de app het zegt, dan is het zo. 

We trekken onze bikini’s aan en springen in het ijskoude water. Om ons daarna te laten opdrogen in de schijnbare zon en de hele dag mooi weer te spelen. 

Vuur en vlam

Notre-Dame de Paris. Onze dame, ons icoon, ons toonbeeld van schoonheid. En omdat er ‘Notre’ staat, betekent het dat de vlammenzee iedereen raakt. En zo was het ook.

Toch klinken er tegengeluiden. ‘Het is toch maar een kerk. En hoezo deze exorbitante donaties? Kunnen we niet beter geld geven aan landen die getroffen zijn door natuurrampen of oorlogsgeweld? 

Ja wellicht. Maar misschien symboliseren de vlammen van de Notre Dame het vuur van verbinding en saamhorigheid. Wie weet steekt het ons aan om in actie te komen. En blijft de Notre Dame symbool voor kracht en liefde. En is de vuurzee niet alleen verwoestend maar brengt ie ook warmte. Ook naar Sri Lanka en Mozambique. Omdat we toch altijd lichtpuntjes willen zien.

Wereld vol vuur, blijf branden voor liefde en geluk. 

Puppytraining

Daar staan we dan om 9.00 uur ’s ochtends in de stromende regen met onze kersverse puppy’s. Ietwat onwennig schudden we elkaar de hand en vertellen we hoeveel weken ze zijn en welk merk. Dat schijnt belangrijk te zijn. 

Wat me opvalt is dat alle puppy’s op hun baasje lijken. Het kokette dametje op laarsjes heeft een wit keurig gekortwiekt hondje. De meneer met de pluizige bos haar heeft een onbekend merk pluishond lookalike. En de grote ietwat slungelige man staat wat onhandig naast zijn BernerSenner.  Dan hebben we nog de familie Flodder met mega-flodderige labradoedel. Ten slotte de blonde dame op haar witte Uggs met een witte Golden Retriever. Hilarisch. En ik, ik heb de kleinste pup van allemaal. Een bruinwit jacht-achtig hondje met veel te veel energie.

Zo baasje zo hond dus. 

Dan het belangrijkste ingrediënt van de training: de puppy juf. Een pittige doorgewinterde dame van een jaar of 60. In de wandelgangen ook wel ‘De Bouvier’ genoemd. Ze had zelf ooit 11 strak opgevoede bouviers . Zij weet dus echt hoe je honden temt. Klare taal en consequent zijn, dat is de kunst. Dat vindt juf zelf prettig en alle honden trouwens ook. ‘Honden opvoeden gaat niet vanzelf’, verzekert ze ons!

Met haar stalen blik, bulderende stem en ferme gebaren, maant ze alle honden en baasjes tot stilte. Als je duidelijk bent, dan hebben ze respect voor je. Net als kinderen. Ik voel me net een puber die hoopt dat ze geen beurt krijgt in de klas. ‘Lies’ buldert de juf. ‘Niet kletsen.’

Poeh hee. Waar ik hoopte dat ik na les twee met een gehoorzame hond naar huis zou gaan, weet ik dat dit een hele kluif wordt. En een laatste tip van juf: ‘eerst honden opvoeden, dan kinderen’. Als ik dat geweten had…

Bingewatching

Zondagavond was steevast mijn favoriete televisieavond in de jaren negentig. Net afgestudeerd, mijn eerste baan en lang leve de vrijheid en de dromen. Die dromen werden elke zondag concreter dankzij drie onvergetelijke series.

Eerst Beverly Hills 90201 waar ik geen genoeg van kon krijgen. Die ongelofelijk knappe Dylan en de tweeling Brenda en Brandon. Als ik daar toch eens naartoe kon. En precies nu ik dit geschreven heb, lees ik dat Dylan is overleden. Dromen moeten we dus realiseren anders vervliegen ze.

Daarna kwam Melrose Place. Hoe geweldig zou het zijn om met zijn allen dicht bij elkaar te wonen en eigenlijk alles samen te delen. En alle liefdesellende die voorbijkwam werd ruimschoots gecompenseerd door nieuw geluk. Dus ik bleef kijken.

Het televisiefestijn eindigde met Friends. De hilarische comedy met o zo gênante en herkenbare, knuffelbare belevenissen van zes samenwonende vrienden en vriendinnen in New York. Allemaal even bijzonder. En wat wilden we graag bij ze in huis wonen.

Dat was toen. Nu kijken ze alles wanneer ze maar willen. En dat terugkijken is misschien handig maar samen kijken op hetzelfde moment is toch veel leuker? Nee dus. Mijn dochters zijn inmiddels grotere Friends fans dan ik ooit was. Alleen hebben zij alle afleveringen van zo’n 8 jaar, in twee maanden op hun iPhone bekeken. Binge Watching heet dat. Dagelijks veelvuldig en langdurig series kijken op je IPhone. Het is helemaal hot en ik had er nog nooit van gehoord. Tot kortgeleden dan. 

Manou weet zelfs waar de Friendsacteurs van toen, nu wonen en wat er met ze gebeurd is. Zo mocht Ross in het echt niet op de bruiloft van Rachel komen. Hij begrijpt nog steeds niet waarom niet. Of ik het snap, vraagt Manou? Nee natuurlijk niet. Maar ik droom gewoon door dat ze nog steeds met zijn zessen in New York wonen. Dat is wel zo lekker wakker worden. En wie weet, als ik een keer tijd over heb, ga ik alle afleveringen nog eens nakijken. Maar dan wel op een groot scherm. Anders kan ik het niet volgen.

Pistachedieven

Weer zo’n leuk woord voor in de Dikke van Dale. Dit zijn dus serieuze criminelen die weten wat lekker is. Die van hun favoriete snack, hun hobby hebben gemaakt. En die hobby is dan een beetje dubieus omdat ze die te lekkere pistachenootjes stelen. En dat dan niet per bakje, maar per 10 kilo. Ik begrijp dat wel want een doosje pistachenootjes kost ongeveer vijf euro. Dus als je dan een beetje omzet wilt maken, heb je best wat nodig.

Wij zijn zelf goed voor een half pondje pistache per week. Dat is zo’n vijf euro. Dat zet geen zoden aan de dijk voor de notenbar op de markt. Maar als ik het zo lees, dan boeren die nootjescriminelen vrij goed. Die vragen per kilo ongetwijfeld meer dan de gemiddelde marktkoopman terwijl ze geen kosten maken, buiten de voorrijkosten dan. 

Wat ik niet begrijp is waar ze de nootjes dan afzetten? Wie koopt er nootjes via marktplaats? En probeer maar eens onder de prijs van de notenbar op de markt te komen. 

Dubieuze praktijken als je het mij vraagt. Ik denk dat er een andere lucratieve witwaspraktijk achter zit. Ik ga dit eens grondig uitzoeken en tot die tijd reken ik deze Roemeense pistachebende gewoon tot de kruimeldieven. 

Toetsweek

Drie keer per jaar is het bal en hebben mijn dochters toetsweek. 7 toetsen in 5 dagen. Dat vinden ze echt een regelrechte ramp. Twee maanden voor de toetsweek worden er al huiswerkschema’s gemaakt die natuurlijk niet nageleefd worden. Dat hoort ook zo zeg ik ze. Schema’s maken is gewoon mentale voorbereiding. 

Ik was trouwens een kei in schema’s maken. En vooral in het invullen van de pauzes in dat schema. Het is de kunst om net zoveel leuke momenten in je schema in te bouwen dat dat leergedeelte best meevalt. Van half tien tot elf maakte ik dan een eerste shift om de tweede meteen in te korten en aan de pauze te koppelen zodat ik niet alleen kon hardlopen maar ook ruim tijd had om nog even gezellig te chillen met vriendinnetjes. Ik beschreef zelfs wat ik mocht eten tijdens die pauzes. Fruitshakes, zelfgebakken appeltaart, die ik dan in de pauze ervoor had mogen maken.

En elke dag maakte ik de balans op. Noodgedwongen schoof ik wat in de huiswerkstof om de gemiste uren enigszins te verdoezelen. Om daarna, vlak voor de toetsen, toch lichtelijk in de stress te schieten. Maar stress, daar deed ik eigenlijk niet aan. Ik bleef dus nonchalant en verzekerde mezelf dat ik die onvermijdelijke onvoldoende vast wel kon ophalen in de laatste toetsweek.

Terug naar nu: volgende week begint de toetsweek. Dit keer in drievoud. De eerste de vierde en de vijfde. En ik moet erbij zeggen. Mijn dochters zijn niet op hun sterkst in deze weken. Toen mijn oudste naar de brugklas ging, heb ik meteen duidelijk gemaakt dat ‘mama geen toetsweek meer gaat doen’. Dat heb ik vaak genoeg gedaan. 

Ik wil best helpen. Maar ik ga zeker niet tegen vriendinnen zeggen dat ‘Ik toetsweek heb’. Geen haar op mijn hoofd. Ze mogen het lekker zelf doen. Ik zorg voor proviand en ze mogen zoveel tosti’s maken als nodig om hun concentratie te bewaren. Verder ben ik gewoon lekker aan het werk. En als mijn schatjes dan toch wat onvoldoendes halen, dan weet ik dat het toch wel goedkomt. En zo niet, blijven ze toch een jaartje zitten.

Klimaatvrij

Wat een gemiste kans voor de scholen. Noemen ze het klimaatspijbelen en doen ze er alles aan om de kinderen NIET te laten demonstreren. Spijbelen is namelijk verboden. ik zie de juffen en meesters al staan met een opgeheven vingertje. Foei jongens, o wee als jullie niet op school zijn. Nee laten we ons vooral concentreren op de lesstof en ons geen zorgen maken over de opwarming van de aarde. Want ja, een papiertje op zak is belangrijker dan de wereld redden. 

Op het journaal hoor ik kinderen letterlijk zeggen dat ‘klimaatverandering niet bestaat’. Besteden ze op school geen aandacht aan de CO2 uitstoot en aan het smelten van de ijskappen?

Ik pleit voor de term Klimaatvrij. in lijn met het IJsvrij van vroeger.  Als het weer eens hard vroor en als de zoveelste elfstedentocht werd gereden, kwam het schoolhoofd dolblij vertellen dat we allemaal vrij kregen om te gaan schaatsen. Maar ijsvrij bestaat helemaal niet meer. Er is binnenkort namelijk nergens ijs meer. Behalve in de vriezers en de ijswinkels. En dat eten we dan alleen als het veertig graden of warmer is.

Wij eisen Klimaatvrij! Iedereen die ook maar iets wil betekenen voor onze aardkloot, krijgt onbeperkt vrij. Gratis en voor niks. Een positieve drive om iets te doen aan alle natuurrampen die in het verschiet liggen.